Slaaf,

 

Mijn meesterschap is een slaaf te zijn,

net als Jij in je liefde voor mij;

een “slaaf” van het hoogste en laagste.

 

Als een Dik Trom ben ik op vele ezels gaan zitten,

alsom te volgen waar zij heen gaan.

Als een ezel heb ik mij zo in deze wereld bewogen.

 

Ik draai mij verder om en terug;

bekijk mijn schaduwen,

geworpen van het licht van de Zon

en draaidoor, draaidoor;

Licht en duister; duister naar licht.

 

Ik ben een slaaf van dat licht;

ik herken mijn richting, door om te keren,

om te keren van mijn eigen duister nissen,

stapje voor stapje, verder in, uit die duisternis,

dichterbij, terug naar mijn stal,

 iedere dag weer.

 

Ik ben nu een echte ezel,

of wel een echte slaaf,

heb mijn meester gevonden

en ik stap maar door.

 

Ik wacht op aansporingen,

zachte stem, -toestemming,

-teugel, of -zadeldruk.

 

28 04 2014

 

Rumi, Masnevi Dl2 blz 130: Wanneer een meester de realiteit van mensen wil kennen vermomt hij zich als slaaf.